De rijkdom van Parys

Afgelopen vrijdag mochten we weer een opmerkelijke column lezen van Lorin Parys. Voor zij die de man niet kennen: Lorin Parys is voorzitter van Open VLD Leuven en lid van het management team van Uplace, het bedrijf achter het megashoppingcenter in Machelen waar iedereen zo wild van wordt. Bij Uplace helpt Lorin, zo vertelt hij zelf op z’n website, “een nieuw lifestyleconcept in vastgoed” te ontwikkelen — wat dat ook moge betekenen. Een pint voor degene die het mij weet te vertellen.

In zijn column waarschuwt Lorin voor wat hij een tweede, stille crisis in Europa noemt: al decennialang groeit de economie in onze contreien veel te traag. Voor alle duidelijkheid: de Belgische economie groeide de laatste twintig jaar zo ‘traag’ dat we hier met z’n allen gemiddeld dubbel zo rijk zijn geworden. Dubbel zo rijk, dat betekent dat we dubbel zo vaak op restaurant kunnen, dubbel zo snel een nieuwe auto kunnen aanschaffen, en dubbel zo veel kleren kunnen kopen. Lang niet voldoende, voor Lorin. Hij verkiest het Amerikaanse model, want hier in Europa zijn we, volgens hem, nog steeds maar half zo rijk, terwijl pakweg Duitsland wel een even groot percentage armen telt als de VS.

Daar vallen toch enkele kanttekeningen bij te plaatsen.

Ten eerste is ‘t jammer voor Lorin dat zijn cijfers van geen kanten kloppen. Niet alleen blijken we veel rijker te zijn dan hij ons wil doen geloven, het percentage armen ligt in de VS maar liefst dubbel zo hoog als in Duitsland.

Volgens cijfers van de OESO —een organisatie van rijke landen met o.a. de Verenigde Staten en de Europese landen als leden, en hopelijk aanvaardbaar voor Lorin als onverdachte bron— ligt het BBP per hoofd in de EU-27 op 27.333$, terwijl dat voor de VS 41.976$ is. En terwijl de VS maar liefst 17% armen telt (één van de hoogste cijfers binnen de OESO-landen), is dat voor Duitsland ‘amper’ 8,9%. Niet bepaald “een even groot percentage,” dacht ik zo.

Een tip voor Uplace: kijk toch Lorins sommetjes maar eens na wanneer hij voorrekent hoeveel winst zijn “nieuw lifestyleconcept in vastgoed” zal opleveren. Af en toe durft hij nogal losjes met cijfers omspringen.

Ten tweede is de grotere ‘rijkdom’ van de VS maar één kant van het verhaal. Ja, we produceren minder cosmetica-producten en minder tv-schermen dan de VS. Maar daar staat tegenover dat we wél zorgen voor betaalbaar en goed onderwijs voor iedereen, een betaalbare en goede gezondheidszorg, en een sociaal vangnet dat ervoor zorgt dat ontslag of ziekte een gezin niet meteen in armoede hoeft te storten. We kunnen vaker op vakantie, en je krijgt de kans om thuis te blijven om voor je kindje te zorgen zonder te moeten vrezen voor ontslag — zaken waar ze in de VS alleen maar van kunnen dromen. Willen we liever meer produceren, of willen we meer leven? Lorin kiest voor het eerste. Ik ben niet bang om te zeggen dat ik kies voor het tweede.

Ten slotte is er een probleem met Lorins claim dat om armoede te bestrijden, er in de eerste plaats meer economische groei gerealiseerd moet worden: “anders ben je niet rijkdom maar armoede aan het verdelen.” Is dat zo? Zijn we in België met z’n allen werkelijk zo arm dat onze sociale bijdragen te zwaar om dragen zijn? Kan die uitkering voor iemand die door z’n bedrijf op straat gezet is er echt niet af? Hebben we werkelijk te weinig geld om een alleenstaande moeder wat te ondersteunen? — Terwijl de meesten onder ons dubbel zo rijk zijn geworden, is de ongelijkheid in België ook gestegen: we verdelen niet te veel, we verdelen nog te weinig.

Meer groei realiseren is ook niet de oplossing voor armoede en ongelijkheid: “inkomensgroei reduceert ongelijkheid niet,” zo kunnen we lezen in een rapport van de OESO, en “inkomensgroei is geen oplossing voor armoede.” Wanneer we Lorins recept voor economische groei lezen, is dat ook niet moeilijk te begrijpen: het vraagt meer “flexibiliteit en competitiviteit”, het overboord gooien van onze “starre arbeidswetgeving.” Nog meer economische groei vraagt, kortom, dat bedrijven vrij spel krijgen om te doen en laten wat ze willen, ongeacht de sociale consequenties. Nog meer economische groei vraagt dat werknemers slechtere arbeidsomstandigheden aanvaarden, lagere lonen, en snellere ontslagen. Het vraagt, kortom, om meer armoede. Of, zoals Lorin dat noemt, “creatieve destructie.”

Ik denk dat ik liever pas voor creatieve destructie en de rijkdom van Lorin. Ik kies voor een ander soort samenleving.

2 comments

Submit a comment

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s