Over de crisis van links en de opkomst van het populisme

De sociaal-democratie gaat door een diep dal; de traditionele socialistische partijen zitten overal in de verdrukking. Ondertussen weten populisten ter linker- en, vooral, rechter- en zelfs uiterst rechterzijde meer en meer aanhangers voor zich te winnen, niet in de laatste plaats onder kiezers die traditioneel tot de socialistische en sociaal-democratische achterban behoorden. Wat is er gebeurd? Is dit een tijdelijk fenomeen, de politieke conjunctuur die even tegenzit maar die ook wel weer zal keren, of is er meer aan de hand? Kan een politieke ideologie die gelijkheid centraal stelt en als bron van vrijheid ziet vandaag nog overtuigen?

Het is geen nieuws dat het streven naar een meer gelijke samenleving de massa makkelijker inspireert wanneer klaar en duidelijk is dat zij daar bij te winnen heeft, dan wanneer ze grotendeels is opgeklommen tot middenklasse en zij voortdurend te horen krijgt dat ze haar duur bevochten verworvenheden dreigt te verliezen (de sociale zekerheid is in gevaar, uw pensioen wordt onbetaalbaar). Zij zien zich nu niet meer als winnaars van een meer gelijke samenleving; een pleidooi voor gelijkheid klinkt in hun oren vooral als een claim die hun rechtmatige deel van de koek bedreigt. Verwondert het dan dat de socialistische boodschap zijn wervende kracht verloren heeft, en dat partijen voor de keuze staan die boodschap ofwel grondig bij te stellen, ofwel dreigen gemarginaliseerd te worden?

En dus verdwijnt gelijkheid, de grondwaarde van socialisme en sociaal-democratie, uit het politieke vocabularium: socialistische partijen streven niet meer naar een samenleving van gelijken, maar naar een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt – een streven onschuldig genoeg om er niemand mee voor de borst te stoten, zo onschuldig zelfs, dat het, minstens in woorden toch, gedeeld wordt door partijen doorheen het hele politieke spectrum. Handig genoeg kan diezelfde frase ook dienen als zelfrechtvaardiging voor de positie van de middenklasse om wiens hand elke partij dingt: in een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt, hoef ik me niet druk te maken om de achterblijvers; zij hadden maar, net zoals ik, hun kans moeten grijpen. Of zoals Gwendolyn Rutten het zei: “Eerlijk aan de start, zonder de belofte samen aan te komen.” Wie hard rent, verdient zijn prijs; wie er op z’n dooie gemakje achteraan komt sloffen, moet achteraf ook niet lopen zeuren. Meritocratie verving aristocratie, de idolatrie van de succesvolle man de strijd voor een samenleving van gelijken.

Het terrein ligt zo open voor populisten die ‘het volk’ zeggen te vertegenwoordigen, beweren het te verdedigen tegen wie de positie en de welvaart van dat volk bedreigt – en in een zogezegd meritocratische samenleving is dat niet wie van het systeem weet te profiteren om een boven het volk verheven positie te verwerven (hij is een voorbeeld van iemand die de kansen grijpt die het leven hem biedt), maar de achterblijver. De welvaart en positie van het middenklassevolk beschermen, dat betekent dan: de claim van de ander op een plaats aan de tafel verwerpen. Hij heeft zijn kansen niet gegrepen, hij maakt geen deel uit van de gemeenschap: om het sociaal systeem te redden, de sociale cohesie te bewaren die solidariteit maar mogelijk maakt, moeten zijn aanspraken als onrechtmatig verworpen worden. En hoe meer de welvaart van het land en van ‘de mensen’ in gevaar lijkt, hoe meer zij te verliezen dreigen te hebben, hoe donkerder het toekomstperspectief, hoe aantrekkelijker het wordt het onderscheid te maken tussen wie wel en wie geen recht heeft op een deel van de welvaart van dit land, hoe belangrijker het wordt de grens te trekken tussen een ‘wij’ en een ‘zij’. En er zal altijd een ‘zij’ gevonden worden, iemand die zijn kansen niet greep, of iemand die niet er niet echt bij hoort, er niet echt bij wil horen, en dus uit ons midden geband dient te worden.

Welk antwoord kan een socialist hierop bieden, wanneer hij het ideaal van een samenleving van gelijken heeft opgegeven, en enkel nog durft spreken over het nastreven van gelijke kansen? Een absoluut essentieel element is hier immers verloren gegaan: dat het socialisme een verhaal van inclusie was, een democratisch ideaal nastreefde, waarin iedereen volwaardig, op gelijke voet, aan de samenleving kon deelnemen.

2 comments

  • Weer een prachtige -en juiste- opinie Matthias.

    Een absoluut essentieel element is hier immers verloren gegaan: dat het socialisme een verhaal van inclusie was, een democratisch ideaal nastreefde, waarin iedereen volwaardig, op gelijke voet, aan de samenleving kon deelnemen.

    De cultuur van een onderneming, een beweging, een partij wordt bepaald door het gedrag van zijn leiders.

    Ik ben gedegouteerd door het gedrag van sommige leiders.

  • Dit is een vraag ivm het artikel dat vandaag in De Morgen verscheen. Je vraagt je terecht af of we dit allemaal zomaar aanvaarden… Ik wil reageren maar ik vraag me zo dikwijls af hoe een reactie – een duidelijke reactie dan wel – georganiseerd wordt. We aanvaarden veel en veel te veel, maar wat kan je doen? Samenkomsten gebeuren blijkbaar in andere landen wel, maar hoe doen ze dat??

Geef een reactie op segersbruno Reactie annuleren