Blijkbaar kan, mag, en zal er binnen Vlaanderen geen ruimte zijn voor fundamentele visieverschillen, want zo’n verschillen duiden op de onmogelijkheid van een land — en ik ga er toch van uit dat de Vlaamse natie-staat voor de N-VA geen onmogelijkheid is. Het lijkt dus wel alsof Siegfried Bracke zegt: ofwel ben je het fundamenteel eens met ons, ofwel plaats je jezelf meteen ook buiten de gemeenschap der Vlamingen.
Ongetwijfeld is het zo weer niet bedoeld, en toch zou het wel eens kunnen kloppen. De N-VA beweert immers de Vlaamse grondstroom te vertegenwoordigen, en in haar beginselmanifest stelt ze dat Vlaming zijn een kwestie is van “het aanvaarden van de Vlaamse ‘publieke cultuur’.” En wie kan beter weten wat die Vlaamse publieke cultuur inhoudt dan de vertegenwoordigers van de Vlaamse grondstroom? Ben je het oneens met hun visie op de samenleving, dan ben je het dus ook oneens met de visie op de samenleving van de Vlaming zelve — of nog, dan ben je dus helemaal geen Vlaming. Binnen de gemeenschap der Vlamingen kan, mag, en zal er inderdaad geen plaats zijn voor verschil. Alleen zo kan Vlaanderen van zijn eigen onmogelijkheid gered worden.